In augustus 1675 werd in Amsterdam de Portugees-Israëlietische Synagoge ingewijd. Het ontwerp van het indrukwekkend gebouw is gebaseerd op beschrijvingen van de (verwoeste) Tempel van Salomo in Jeruzalem.Toen de synagoge gebouwd werd, was het de grootste synagoge ter wereld en het werd een voorbeeld voor synagoges elders. En nog steeds is een bezoek aan de synagoge een indrukwekkende ervaring.
Waar nu de Hugo de Grootgracht loopt, was eerder de veel smallere Vinkenbuurtsloot. Tussen 1882 en 1903 werd de Vinkenbuurtsloot vanuit de stad naar de Kostverlorenvaart uit gegraven en verbreed. Het betekende het einde van een geïsoleerd stukje Amsterdam.
Tussen het nog open Spui, de Begijnensloot en de Nieuwezijds Voorburgwal lag rond 1400 een eiland. Daar woonden twee groepen devote vrouwen: begijnen en zusters van de moderne devotie. Het nog steeds bestaande Begijnhof herinnert aan de eerste groep. De zusters van de moderne devotie, die ook ruim 150 jaar op het eiland woonden en er een klooster stichtten, zijn wat in de vergetelheid geraakt. Toch zijn er ook sporen van hun aanwezigheid terug te vinden op het voormalige eiland.
In het Stedelijk Museum Amsterdam is momenteel de overzichtstentoonstelling van performancekunstenaar Marina Abramović te zien. Geboren in het voormalige Joegoslavië verhuisde ze in 1976 naar Amsterdam. Ze woonde er tot 2002, eerst aan de Zoutkeetsgracht 116/118, later aan de Binnenkant. Op de tentoonstelling is onder andere Communist Body - Capitalist Body te zien, een performance uit 1979 die pla
In de 19e-eeuw was de overkant van de Singelgracht een populaire plek om buiten de stad, in het groen, vrije tijd door te brengen. Er waren daar tal van tuinen en uitspanningen. Recht tegenover de toen nog open Elandsgracht lag bijvoorbeeld een tuin die De Nederlanden heette. De Nederlanden richtte zich op de gegoede burgerij. Het was een mooie plek voor bijeenkomsten van genootschappen, collegiën, maatschappijen en verenigingen. Voor zover na te gaan kwamen de bezoekers onder meer uit bestuurlijke en militaire kringen, en waren er connecties met de koloniën.
Op nr. 40 in de Sint Jacobsstraat is deze gevelsteen te zien. Hier woonde van 1660 tot 1691 Hendrick Ameshoff die uit Bentheim, net over de grens bij Enschede, kwam. Vermoedelijk handelde Hendrick in het zandsteen dat rond Bentheim werd gedolven en in Amsterdam erg gewild was.
In 1663 verhuisde Jacomijntje Pieters van Middelburg naar Amsterdam. Daar had haar man Pieter Cornelisz. Plockhoy zich na enige rondzwervingen in Engeland en Ierland gevestigd. Enkele jaren later woonde Jacomijntje in het Doopsgezinde armenhofje De Hoeksteen in de Oude Looiersstraat. Wat was er gebeurd?
In de Eerste Passeerdersdwarsstraat 51-65 staat het oudste nog bestaande Nederlandse voorbeeld van philantropische (sociale) woningbouw, bestemd voor arbeiders (het lichte complex rechts op de tekening). Het is in 1853 gebouwd door de architect Hendrik Hana in opdracht van de een jaar eerder opgerichte Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse. Het is een klein complex van twaalf woningen, dat bedoeld was als een model voor grotere projecten.
Hendrik Laurensz. Spieg(h)el was een van de belangrijkste Amsterdamse schrijvers en dichters uit de tweede helft van de 16e-eeuw en mede-oprichter van de rederijkerskamer De Eglantier. Rond 1600 liet hij door architect Hendrick de Keyser het huis op de afbeelding hierboven bouwen. Het stond aan de buitenzijde van het Singel. De stadsmuur was
Op het huidige Muntplein, waar Singel en Amstel elkaar ontmoeten, stond oorspronkelijk de Regulierspoort. Deze stadspoort, gebouwd rond 1485, was een van de drie hoofdpoorten van middeleeuws Amsterdam. De naam van de poort komt van het nabijgelegen Reguliersklooster.