Egbert de Vrij Temminck – tussen 1748 en 1784 23 keer gekozen tot burgemeester– droeg bij officiële gelegenheden deze opvallende pruik, die nu te vinden is in het Amsterdam Museum. Hij stond bekend als een machtige burgemeester en was uitzonderlijk populair bij het gewone volk van Amsterdam. Hij was volgens zeggen geen groot retoricus: ‘zijn taal was ordinair en barbaars, maar hij sprak met zoveel energie dat dit zijn beperkingen compenseerde’.
De Vrij Temminck’s kennis schijnt nogal gering te zijn geweest - hij was zo ongeveer analfabeet – maar vanwege zijn sterke republikeinse beleid genoot hij toch aanzien. Hij gaf samen met pensionaris Van Berckel vorm aan het Amsterdamse politieke beleid op een manier die kan worden samengevat onder het motto Amsterdam first. Dat viel in de smaak bij zijn mederegenten van republikeinse snit. Hoewel de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden neutraal was in de Frans-Engelse oorlog lieten deze regenten zich – tot grote woede van de Britten – in met smokkelhandel. Ze handelden in onder andere wapentuig, eerst met Frankrijk en vanaf 1774 met de opstandige gewesten in Noord-Amerika.
Het ging mis toen de burgemeester opdracht gaf aan pensionaris Van Berckel om een geheim handelsverdrag te bespreken met een vertegenwoordiger van het Amerikaanse congres. Het conceptverdrag zou in werking treden zodra Engeland de Verenigde Staten had erkend. In 1780 viel een kopie hiervan echter in handen van de Engelsen toen dezen de Amerikaanse ambassadeur Henry Laurens, op weg naar zijn post in de Nederlanden, oppakten. Laurens gooide het kistje met het geheime conceptverdrag nog overboord, maar de Engelsen wisten het weer uit het water te vissen. Vervolgens verklaarden zij de Republiek de oorlog. Het verlies van deze vierde Engelse oorlog leidde het verval van de Republiek in.