In de Eerste Passeerdersdwarsstraat 51-65 staat het oudste nog bestaande Nederlandse voorbeeld van philantropische (sociale) woningbouw, bestemd voor arbeiders (het lichte complex rechts op de tekening). Het is in 1853 gebouwd door de architect Hendrik Hana in opdracht van de een jaar eerder opgerichte Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse. Het is een klein complex van twaalf woningen, dat bedoeld was als een model voor grotere projecten.
Hendrik Laurensz. Spieg(h)el was een van de belangrijkste Amsterdamse schrijvers en dichters uit de tweede helft van de 16e-eeuw en mede-oprichter van de rederijkerskamer De Eglantier. Rond 1600 liet hij door architect Hendrick de Keyser het huis op de afbeelding hierboven bouwen. Het stond aan de buitenzijde van het Singel. De stadsmuur was
Op het huidige Muntplein, waar Singel en Amstel elkaar ontmoeten, stond oorspronkelijk de Regulierspoort. Deze stadspoort, gebouwd rond 1485, was een van de drie hoofdpoorten van middeleeuws Amsterdam. De naam van de poort komt van het nabijgelegen Reguliersklooster.
In de middeleeuwen was Amsterdam een houten stad. In 1421 en 1452 waren er twee grote stadsbranden in Amsterdam. Precieze gegevens ontbreken, maar in 1421 zou meer dan een derde van de toen jonge stad verloren zijn gegaan. Zeker is dat de Nieuwe Kerk, de Heilige Stede, het Sint-Elisabethgasthuis, het Stadhuis en tenminste één huis in de Kalverstraat in vlammen opgingen.
Mijn blogjes gaan eigenlijk altijd over onderwerpen waarvan nog iets terug te zien is in Amsterdam. Maar deze keer zou je daar voor naar Napels moeten gaan. Ik heb het in dit blogje over een schilderij dat Margriet Boelen in 1512 schonk aan het Kartuizer Klooster.
Ooit stonden er op het perceel Keizersgracht 493 een koetshuis en stallen. Ze hoorden bij het dubbele woonhuis van burgemeester Andries de Graeff (1611 - 1678) op Herengracht 446, in de Gouden Bocht. Dit stadspaleis staat er nog steeds. Via de tussenliggende tuin kon de burgemeester van zijn woonhuis naar het koetshuis lopen. De Graeff was
Als je door het Vondelpark van Amsterdam-West naar Amsterdam-Zuid wilt, kun je verschillende routes nemen. Een daarvan is door de Rijtuigenhof. De Rijtuigenhof is genoemd naar de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij die vanaf de tweede helft van de 19-eeuw een groot terrein in deze buurt beheerde.
In de tweede helft van de 19e-eeuw nam de gemeente Amsterdam diverse private ondernemingen over, zoals gas- en drinkwaterbedrijven. Daarnaast reorganiseerde de gemeente haar al bestaande taken, waaronder de geneeskundige armenzorg en de politie.
Als je op zaterdag of zondag door de Amsterdamse winkelstraten loopt, lijkt het wel alsof het kopen van kleren de meest populaire vrijetijdsbesteding is.
Kant en klare kleding kopen kan echter pas vanaf de laat 19e-eeuw.
Na twee eeuwen economische stilstand begon Amsterdam in de tweede helft van de 19e-eeuw weer te groeien. Er werden buiten de 17e-eeuwse stadswal nieuwe wijken gebouwd, zoals de Kinkerbuurt en de Pijp. Dat riep de vraag op hoe de bewoners van die nieuwe wijken toegang tot de binnenstad konden krijgen. In het westen van de stad leek het dempen van de toch al smerige Rozengracht (zie markering) een goed begin. Achter het Paleis op de Dam lag de korte Warmoesgracht (zie markering) die ook gedempt kon worden.